Pagina's

dinsdag 17 januari 2012

Ouverture*

*klik

Na het lezen van de 10 bladzijden ellende die ik cynisch “Biografie van mijn Leed” getiteld had, zuchtte de therapeute diep. “Mag ik wat voorlezen?” vroeg ze. “Natuurlijk”, zei ik.

Plechtiger dan ik het ooit bedoeld had las ze “…het voelt alsof ik, voor de zoveelste keer in mijn leven, knock out geslagen ben. En ik wil best voor de zoveelste keer opstaan, maar dan alleen maar om de ring uit te lopen. Ik ben klaar met vechten. Ik doe het niet meer.”

Ze zuchtte nogmaals en zei: “Hoe je dat geschreven hebt! Ik ben diep onder de indruk!” “Jahaa, schrijven kan ze wel”, zei ik wat sarcastisch, want complimenten (zeker over dit soort dramatische effectschrijverij) maken mij wat kriegel. “Schrijven kan ze zéker!”zei de therapeute, mijn sarcasme negerend. “Leven kan ze niet” was mijn tegenbod. “Dat weet ik nog niet zo zeker” zei de therapeute, “je bent er nog steeds”.

Daar had ze een punt.

Toch wilde ik het laatste woord hebben: “Leven kan ze niet. Maar schrijven kan ze wel”. “Dat is in ieder geval een goed begin!” zei de therapeute en plande de volgende afspraak.

FIN
(pour le moment)

maandag 16 januari 2012

Le vieux fidèle

Ik was het vergeten. De rust, de stilte, de leegte van binnen. Het gebrek aan daadwerkelijke emoties.

Ik was het vergeten. De brandende, kloppende pijn in heupen en knieën, wat slapen nog moeilijker maakt dan het al is. Pijn, jarenlang toegeschreven aan het dansen.
De blauwe plekken van het omvallen, in elkaar zakken, tegen de deurpost klappen. De kou.

Wat me het meest choqueert, is het gemak waarmee de leugens komen. Dezelfde leugens als toen. Ik hoor mezelf en denk “Dit geloof je toch zelf niet?” Nee, ik niet. Maar anderen wel.

zondag 15 januari 2012

Sans fond

Wat er verder ook gebeurde in mijn leven, een ding was zeker: jij en ik. Het was een basis die ik nooit eerder gevoeld had. Hoewel we duidelijk verschilden, hielden we onvoorwaardelijk van elkaar. Ik realiseerde me dat dat waarschijnlijk is hoe familie voelt.

Maar zoals altijd in mijn leven, hield ook dit op. Wat rest is totale bodemloosheid en het diepe verdriet dat ik met iemand die ooit de belangrijkste persoon in mijn leven was, geen normaal gesprek meer kan voeren.

zaterdag 14 januari 2012

Cendrillon

Ik schoof mijn blote voet in de schoen en toen ik hem uitdeed, zag ik een bloedvlek bij de hiel. Met dank aan een glazen glitter.

Ik kon het opgetogen, haast euforische gevoel niet goed plaatsen tot mijn moeder “Spitz” zei.

Een spitz is pas echt als er bloed in zit. Pijn is fijn en bloed is goed.

vrijdag 13 januari 2012

Vendredi

De ochtend begon met het ontbijt dat ik uiteraard weigerde. Om me nuttig te maken smeerde ik boterhammen voor de patiënten die dusdanig in een psychose hingen dat ze het verschil niet meer zagen tussen hun boterham en hun servetje. Nadat iedereen uitgegeten was, ruimde ik de tafel af, zette ik de ontbijtspullen weg en deed ik de borden in de vaatwasser.

Om 10.00 uur begon de therapiesessie. Een groep van acht mensen propte zich in de kleine kamer waarin ik op maandag mijn onderzoek ondergaan had. Het was een gezellige boel ellende bij elkaar: ik was suïcidaal-depressief en anorectisch. Naast mij zat S. Behalve dat hij extreem wazig uit zijn ogen keek was er aan hem vrij weinig te merken. Hij deed ook graag voorkomen alsof het een vergissing was dat hij er zat.

Verder waren aanwezig een mevrouw die het prototype was van de overspannen huisvrouw, een vrouw met kanker en twee ontspoorde kinderen (waarvan 1 dood) en een echte dame, die de dood van haar echtgenoot maar niet te boven kon komen. Naast haar zat een jongen die acuut psychotisch was, en naast hem zat een muisje waarvan niemand wist wat haar probleem nou eigenlijk was. Nummertje acht was de therapeute, die nog het minst spoorde van allemaal.

Er werd vandaag ingegaan op een van de doelen ik mezelf voor de komende week gesteld had. Iedereen werd gevraagd wat ze van mijn doel vonden. De antwoorden waren als volgt:

De overspannen huisvrouw: “Je moet niet teveel van jezelf eisen.”
S: “Maakt het mij een reet uit wat je doet, als ik hier maar wegkom.”
Mevrouw met kanker en twee ontspoorde kinderen (waarvan 1 dood): “Het is echt niet altijd de schuld van de ouders als iemands kind ontspoort!”
De depressieve dame: “Sinds mijn man er niet meer is, vind ik niets meer de moeite waard.”
De psychotische jongen: “Ik ben Jezus, het licht en de waarheid!”
Het muisje zei niets en barstte in janken uit.
Ik besloot mijn mond te houden en gaf het muisje een zakdoek.

De therapeute riep vrolijk: “Nou, dat was de therapie van vandaag! Een heel fijn weekend en tot maandag!” en besloot daarmee deze voor alle betrokkenen zeer nuttige sessie.

donderdag 12 januari 2012

Jeudi

Bij de ingang van de Eerste Hulp staan twee verpleegkundigen klaar om de brancard met een noodvaart uit de net met krijsende remmen tot stilstand gekomen loeiende ambulance te tillen en door de gangen heen te duwen. Net als in ER klimt er, zodra ze binnen zijn, een dokter bovenop de brancard die de patiënt begint te onderzoeken en luidop de niet al te rooskleurige bevindingen begint mee te delen. De brancard wordt ondertussen door de twee nu rennende verpleegkundigen voortgeduwd, terwijl er een derde, net aangesnelde, verpleegkundige voor de brancard uit rent die zich met ware doodsverachting tegen de klapdeuren aan bodycheckt, omdat die deuren dan wel automatisch, maar ook oertraag open gaan. “Dokter! Goed vasthouden!” roept de verpleegkundige en laat de brancard een haast onmogelijk scherpe bocht maken richting de hartbewaking.

Drie kwartier later lopen de arts en de verpleegkundigen zwijgend terug naar de Eerste Hulp.

woensdag 11 januari 2012

Mercredi

Na het ontbijt en de ochtendtherapiesessie, was het tijd voor het wekelijkse zwemanderhalfuurtje. Een taxibusje reed voor en laadde het gekkenvrachtje in. Het zwembad bevond zich in een dorpje aan de overkant van de rivier. De grootte van het zwembad was in geen enkele verhouding tot de grootte van het dorp.

Op het zwemtijdenbord bij de ingang stond “woensdag 11.00 – 12.30 Therapeutisch zwemmen”. Het bad lag vol mensen waarvoor men het verstandig achtte dat ze wekelijks therapeutisch te water gingen.

De bejaarden keken me vol medelijden aan. Zo jong en nu al hier. Arm kind.

dinsdag 10 januari 2012

Mardi

Goed slaappilgebruik is een vak apart. Je moet het correct timen: uitkleden, nachtjapon aan, tanden poetsen, pil innemen, naar het toilet, niet treuzelen, in bed gaan liggen en ontspannen. Binnen een kwartier zak je weg in een soort zweterige, bewusteloze toestand die voor slaap door moet gaan.

’s Nachts komen de verplegers met een lampje in je gezicht schijnen om te kijken of je nog leeft, als katten die je gezicht besnuffelen om te kijken of je nog ademt. Snor of lampje, van beide word je wakker.

maandag 9 januari 2012

Lundi

Het hokje waarin ik onderzocht ging worden, deed me denken aan Kam Kee op de Zeedijk: tegels, tl-balken en te veel tafels. Een knappe jongeman kwam binnen. “Goedemorgen, ik ben Thijs van Westhoven, co-assistent”, zei hij wat onwennig. “Wilt u zich even uitkleden? Ondergoed mag aanblijven hoor.”

Geroutineerd trok ik mijn kleren uit.

Hij las mijn lichaam. Letterlijk. Mijn linkerarm zei “Hoer” in hardblauwe balpen. Op de rechter stond “Vet zwijn”. Op mijn buik stond “Waardeloos”, met een van de o’s netjes om mijn navel heen geschreven. Been links schreeuwde “Mismaakt” in grote dikke viltstiftletter. Mijn rechterbeen was een “lelijk gedrocht”. Op mijn borsten stond “Ga weg” in rode correctiepeninkt.

Dokter-in-wording Thijs deed niet eens de moeite om zijn lachen in te houden. En bezorgde me vervolgens een 10 cm brede bloeduitstorting op mijn bovenarm door de manchet van de bloeddrukmeter verkeerd op te pompen.

zondag 8 januari 2012

Cadre de référence

Een filmpje van charmant stuiterende gelatine in slow motion.

“Gelatine is gemaakt van ballerina's”, verklaarde persoon A.
“Mooi gezegd”, zei persoon B.

Ik dacht alleen: uitgekookte botten, anorexia, concentratiekamp, zeep. Ik besloot niets te zeggen.

zaterdag 7 januari 2012

J'espère que tu crèves, batard - 3

Alles wat je meemaakt, verandert wie je bent. Geweld verandert je echter op verraderlijke wijze. Het is als fijnstof. Lang nadat er aan de buitenkant niets meer te zien is, kom je sedimenten tegen in hoeken waar je nooit eerder geweest bent.

Ik heb me vaak een voorstelling proberen te maken van hoe het geweest zou zijn als ik op dat moment in mijn leven iemand anders was tegengekomen. Hoe anders was mijn leven dan geweest? Hoe veel beter was mijn leven dan geweest?

Heb je je wel eens schuldig gevoeld, of ben je daadwerkelijk psychopaat? Heb je enig benul van de reikwijdte van je acties? Want waar jij je kloterige existens op precies dezelfde manier hebt voortgezet, ben ik na meer dan 15 jaar nog steeds aan het stoffen.

vrijdag 6 januari 2012

J'espère que tu crèves, batard - 2

Laatst ben ik eindelijk begonnen met het ontmantelen van mijn archief. Wat me opvalt is dat ik, hoe depressief, suïcidaal of randpsychotisch ik ook was, ik productief was: ik danste, ik schreef, ik fotografeerde, ik probeerde op elke mogelijke manier mijn gevoelens te uiten. Zelfs toen ik op de PAAZ zat maakte ik foto’s en schreef ik dagboeken vol. Het is pas nadat jij in mijn leven kwam dat alles ophield. Dat zegt toch wel iets. Misschien zegt het wel alles.

donderdag 5 januari 2012

J'espère que tu crèves, batard - 1





In de wachtkamer van de huisarts realiseerde ik me dat in ons geval 1 leidde tot 2. Of in mijn geval: leed.

woensdag 4 januari 2012

Sans papiers

Als kind van een stateloze en een deserteur kun je niet om “les papiers” heen. Waar ik ook ben, ik heb altijd een identiteitsbewijs bij me. Altijd.

Een van mijn eerste herinneringen is mijn vader een militair gebouw zien binnengaan om de amnestie van zijn desertie af te handelen. Mijn moeder en ik bleven achter in de auto en het enige wat ik dacht was: “Die zie ik nooit meer terug”. Ik was twee jaar oud.

Mijn eerste eigen paspoort kreeg ik toen ik 5 was. Ik heb een gele jurk aan, twee grote staarten en bij “burgerlijke stand” staat “ongehuwd”. Andere kinderen hadden geen paspoort, laat staan een paspoort van een land waar ze niet woonden. Maar ja, andere kinderen hadden ook geen vader aan wie je kon zien dat hij niet van hier was en die daarom op regelmatige basis gediscrimineerd werd waar ik naast stond. Je kunt niet alles hebben in het leven, blijkbaar.

Op mijn 35e werd ik beroofd. Mijn moeder huilde in paniek aan de telefoon: “Maar hoe moet je nu bewijzen wie je bent en dat je het recht hebt om hier te wonen?” 47 jaar identiteitspapieren hebben de 16 jaar stateloosheid niet kunnen wissen. Ik echter, voelde me voor het eerst van mijn leven vrij. En verschrikkelijk, verschrikkelijk schuldig.

dinsdag 3 januari 2012

Empereur, pas prince

Te midden van bladzijdes nachtelijk gekrabbel, jouw handschrift. Elke letter rationeel geselecteerd op vorm en functie. Beheerser van je gekunstelde universum.

maandag 2 januari 2012

Plus ça change, plus c'est la même chose

Het is fascinerend om oude filmpjes van je te zien: net te dik, net te sukkelig, stom haar, zwarte zakvormige broek, een oversized hoodie. Een stereotype D&D-nerd die nog bij zijn ouders woont. Dan pak je een stift en begin je te tekenen. En plots is daar het charisma dat je later meer dan levensgroot zal maken. Mensen doen wat jij zegt omdat jij het zegt. Want je gelóóft.

Zelfs in je eigen leugens. Bij elk project een nieuwe waarheid. Iemand zal later over je opmerken: “He says a lot of things. Some of them are even true”. Ik moet denken aan “How do you know if a junkie is lying? His lips are moving”. Maar ook nadat je gestopt zegt te zijn met drank en drugs, blijven je re-interpretaties van de waarheid komen. Ben je een leugenaar die verslaafd is of een verslaafde die liegt?

Terug naar de video: je partner in crime is een magere, flamboyante man met halflang, zwartgeverfd haar, eyeliner en een bontkraag. Het contrast tussen jullie had niet groter kunnen zijn. 5 jaar later was jij die flamboyante engel met halflang, zwartgeverfd haar, een bontkraag en eyeliner. Je werd wat je wilde zijn. Zo wilde ik het zien. Want als jij het kon, kon ik het ook. Het gaf me hoop.

Recentelijk bleek dat ook jij niet hebt kunnen ontsnappen aan wie je werkelijk bent, laat staan aan de leugens, de drank en de drugs. Mooi, dun, succesvol, met prijzen overladen, het blijkt er niet toe te doen. Een bang kind herken je altijd. Zelfs als ze ruim volwassen zijn.

zondag 1 januari 2012

Ventouse

Ik hecht me zelden, maar als het per ongeluk toch gebeurt, zit ik vast. Het wel of niet hechten is, net als bij een zuignap, afhankelijk van de ondergrond. Jij bleek de ideale ondergrond. Hartverscheurend genoeg hechten ondergronden zich niet aan zuignappen.