Pagina's

maandag 9 januari 2012

Lundi

Het hokje waarin ik onderzocht ging worden, deed me denken aan Kam Kee op de Zeedijk: tegels, tl-balken en te veel tafels. Een knappe jongeman kwam binnen. “Goedemorgen, ik ben Thijs van Westhoven, co-assistent”, zei hij wat onwennig. “Wilt u zich even uitkleden? Ondergoed mag aanblijven hoor.”

Geroutineerd trok ik mijn kleren uit.

Hij las mijn lichaam. Letterlijk. Mijn linkerarm zei “Hoer” in hardblauwe balpen. Op de rechter stond “Vet zwijn”. Op mijn buik stond “Waardeloos”, met een van de o’s netjes om mijn navel heen geschreven. Been links schreeuwde “Mismaakt” in grote dikke viltstiftletter. Mijn rechterbeen was een “lelijk gedrocht”. Op mijn borsten stond “Ga weg” in rode correctiepeninkt.

Dokter-in-wording Thijs deed niet eens de moeite om zijn lachen in te houden. En bezorgde me vervolgens een 10 cm brede bloeduitstorting op mijn bovenarm door de manchet van de bloeddrukmeter verkeerd op te pompen.

Geen opmerkingen: